Het 'Barri Gòtic', het Middeleeuwse centrum van Barcelona

Het oude centrum van Barcelona is een labyrinth van kleine Middeleeuwse straatjes dat tussen de stadsader 'La Rambla', de haven, de Via Laietana en de Ronda de Sant Pere ligt. Er zijn zelfs nog gebouwen te vinden zijn uit Romeinse tijd, wat komt omdat de sad in de tijd van keizer Augustus een Romeinse kolnie was -het forum bevond zich toen waar nu de 'Plaça de Sant Jaume' ligt. In de wijk liggen o.a. het gemeentehuis, de zetel van de regering van de regio Catalonië, en het koninklijk paleis.

De basiliek van 'Mare de Déu de la Mercè'
De 'Basílica de la Mare de Déu de la Mercè' is gewijd aan de beschermheilige van de stad, de Heilige Maagd van de Barmhartigheid. De barokke basiliek werd gebouwd tussen 1765 en 1775 op de plek waar eerder een andere Middeleeuwse kerk stond. In 1918 verleende Paus Benedictus XV deze kerk de titel 'basilica minor'.

Het 'Palau Reial Major'
Het Koninklijke Paleis van Barcelona was oorspronkelijk huisvesting van de graven van Barcelona. Later werd het overgenomen door de koningen van Aragón, waarna het zijn huidige naam kreeg, 'Palau Reial Major' (Groot Koninklijk Paleis). Het bestaat uit drie delen: de 'Salón del Tinell', 'de 'Capilla palatina de Santa Ágata' en het 'Palacio del Lloctinent'.

- De 'Salón del Tinell' is een zaal, waar volgens de overlevering na zijn terugkeer uit Amerika Christoffel Columbus werd ontvangen door de zg. 'Reyes Católicos', Ferdinand II van Aragon en Isabella I van Castilië. Het werd aangelegd tussen de jaren 1359 en 1362 in opdracht van koning Pedro el Ceremonioso (Peter de Plechtige).
- De 'Capilla palatina de Santa Ágata' is een kapel, gebouwd in 1302, in opdracht van koning Jaime II de Aragón en zijn echtgenote Blanca de Nápoles. Daar bevindt zich o.a. een altaarstuk uit 1465, dat werd vervaardigd door Jaime Huguet.
- Het 'Palacio del Lloctinent' tenslotte werd gebouwd in 1549 in opdracht van Karel I, ons beter bekend als Karel V. Daar herbergde zich tussen 1836 en 1994 het 'Archivo General de la Corona de Aragón' (het Algemene Archief van de Kroon van Aragón).

Het koninklijk paleis werd al gedocumenteerd in 1116, en kreeg zijn naam om het te onderscheiden van een ander paleis dat vóór 1847 op de Plaza de San Miquel stond en 'Palau Reial Minor' (Klein Koninklijke Paleis) werd genoemd.

'Plaça de Sant Jaume'
Dit plein, waar ooit het Romeinse Forum was, heeft haar naam te danken aan een kerk, die in 1824 werd weggehaald. Sinds de 14de eeuw is het het centrum van het politieke leven van de stad. Daarom staan er het 'Ayuntamiento' (Gemeentehuis) en het 'Palau de la Generalitat'. Tijdens de >>feesten van de Mercé in september is op het plein traditiegetrouw een westrijd te zien van >>'castells', menselijke torens waaraan soms wel 500 mensen kunnen deelnemen en die verbluffende hoogtes kunnen bereiken.

Het 'Palau de la Generalitat' 
In het jaar 1282 werd door koning Pedro III de zg. 'Cortes de Cataluña' opgericht, een regeringsorgaan dat bestond uit drie machtsblokken: militairen, edelen en geestelijken. Teneinde de bijeenkomsten van deze componenten te herbergen werd een paleis gebouwd waarvan we dankzij een koopakte uit 1400 op naam van de toenmalige president, Alfonso de Tous, weten dat het zich bevonden heeft in de Calle San Honorato, midden in de oude jodenwijk. De eerste uitbreiding was in het jaar 1416, waarna in 1434 de bouw van de 'Capilla de San Jorge' volgde. In 1596 werd de gevel in Renaissance-stijl opgetrokken aan de 'Plaça de Sant Jaume'. Tegenwoordig huist de Catalaanse regering daar.

Het 'Plaça Reial'
Dit plein, vertaald uit het Catalaans 'Koningsplein' en gelegen vlak naast 'La Rambla', had oorspronkelijk slechts enkele gebouwen rondom met de tegenwoordig zo herkenbare geel-witte gevel. Sinds de jaren 90 zijn steeds gevels van andere huizen daaraan aangepast. Op het plein staan twee lantaarnpalen, die nog werden ontworpen door architect Antoni Gaudí.

'Plaça del Pi'
Dit plein werd genoemd naar de kerk, die er prominent aan staat, de zg. 'Basílica de Santa Maria del Pi' (zie foto hiernaast). Deze basiliek is een typisch exponent van de Catalaanse gotiek uit 1453. Ze heeft een indrukwekkende stenen gevel met een roosvenster en een prachtige portaal. De kerk kreeg overigens haar naam dankzij een pijnboom, die er in 1568 voor werd geplant ('pi' is het Catalaanse woord voor pijnboom). Die pijnboom heeft in 1802 het loodje moeten leggen toen aan het einde van de Coalitieoorlogen met Frankrijk (1792-1802) een soldaat er een bajonet in stak.

Aan de andere zijde staat het gebouw dat de 'Cofradía de la Sangre' herbergde (het Broederschap van het Bloed), een merkwaardig voorbeeld van de stedelijke architectuur van het begin van de 17de eeuw. Daarnaast staat aan het plein wat ooit het onderkomen is geweest van de Middeleeuwse groothandelaarsgilde. De gevel van dit gebouw had ooit prachtige versieringen, die helaas door de tand des tijds bijna verdwenen zijn. Er bevindt zich ook een nis, waar tot 1936 een beeld in heeft gestaan van de aartsengel Michaël, de patroonheilige van deze gilde. In de kapel stond een altaarstuk met 15de eeuwse schilderijen van Jaume Huguet. Deze bevinden zich nu in het 'Museo Nacional de Arte de Cataluña'. 

Op het plein wordt elke eerste en derde vrijdag, zaterdag en zondag van de maand een markt gehouden waar allerlei ambachtelijke gastronomische produkten gekocht kunnen worden. De chocolateriën in het smalle 'Carrer de Petritxol', die op het plein uitkomt, zijn al sinds de 18de eeuw hoog geroemd.

In de nabijgelegen 'Carrer de Ferran' staat de eerste synagoge van Barcelona, later omgebouwd tot kerk en klooster voor bekeerde joden.

La 'Call Jueu', de joodse wijk
Net als in vele andere Spaanse steden was er in de Middeleeuwen ook in Barcelona een wijk, waar de joodse gemeenschap woonde. De wijk wordt in het Catalaans ' Call Jueu' genoemd, van een woord van latijnse afkomst, dat 'steeg' betekent en lijkt op het hebreeuwse 'kahal' (gemeenschap). De wijk bestaat dan ook uit smalle straatjes en steegjes. Het lag tussen de huidige straten van Banys Nous, Sant Sever, Bisbe en Call en is tegenwoordig door nieuwe bebouwingen kleiner dan het oorspronkelijk was.

Binnen haar grenzen moeten zich minstens vijf synagogen hebben bevonden, waarvan de grootste synagoge in 1995 in de 'Carrer de Marlet' werd teruggevonden en gerenoveerd. Tegenwoordig is het opengesteld aan het publiek. Het was de officiële ontmoetingsplaats, school en medisch centrum was van de gemeenschap.  De voorgevel van de synagoge is gericht op het zuidoosten, naar Jeruzalem. Door opgravingen is gebleken dat de fundamenten van het gebouw Romeins zijn en dateren uit de tweede eeuw.

Er bevonden zich in de wijk ook een slagerij (in een straat  die tegenwoordig 'Sant Domènec' heet) een broodoven, een taveerne, een visboer (in de huidige 'Carrer de la Fruita'), 'mikves' (baden) voor mannen en vrouwen, en een herenhuis, waar de burgemeester van de Call huisvestte. De joodse gemeenschap van Barcelona had tevens een eigen begraafplaats, buiten de stad, op een plek die Montjuïc werd genoemd en nu nog een belangrijk deel is van de stad.

De joodse gemeenschap van Barcelona vond trouwens een einde in 1391, toen vele joden werden gedwongen om zich te bekeren of te vertrekken. Ook werden er vele gedood. 

'Els Quatre Gats'
Els Quatre Gats (zie foto boven) was een project van een groep kunstenaars: Ramon Casas i Carbó, Santiago Rusiñol, Miquel Utrillo i Morlius, en Pere Romeu i Borràs. Het is gevestigd in de 'Carrer Montsió', in het 'Casa Martí', een modernistisch bouwwerk uit 1896 dat werd ontworpen door de architect Josep Puig i Cadafalch.

Het café-restaurant werd in 1897 opgericht naar voorbeeld van het Parijse 'Le Chat Noir' om er o.a. cabaretvoorstellingen, performances, schaduwspelen, causerieën en tertulias te organiseren. Het werd ook bezocht door bekende Spaans componisten als Enric Granados, Isaac Albéniz en Lluís Millet, maar is vooral bekend geworden dankzij Pablo Picasso, die er in 1899 voor een poster en menukaarten maakte. Een jaar later had hij er ook zijn eerste twee exposities.

In 1903 werd het gesloten, waarna het in verval raakte en lange tijd leegstond. In 1978 werd het gerestaureerd en opnieuw ingericht.